Hoe een Victron te besturen zonder enige GX
Stel eerst de juiste absorptiespanning in. De eind-/absorptiespanning moet overeenkomen met die van de accu om correct te kunnen werken. Bijvoorbeeld: als u 4 cellen heeft en de balansspanning (Vbalance) is 3,4V, dan is de balansspanning van het pakket 3,4V x 4 cellen = 13,6V. U moet de oplader instellen op een eind-/absorptiespanning die iets hoger is (ongeveer 0,2 V) dan deze spanning, die 13,8 V is.
Apparaat met signaal op afstand
Veel Victron-apparaten hebben een "remote" of "enable" signaal dat uit twee draden bestaat. Zolang de twee draden met elkaar zijn verbonden, is het apparaat ingeschakeld. Wanneer het signaalpad wordt verbroken, schakelt het apparaat over naar de stand-bymodus. Dit “remote” signaal kan direct worden aangesloten op het SmartBMS signaalrelais.
Als u bijvoorbeeld een omvormer heeft met een poort op afstand, kunt u de twee draden op afstand aansluiten op de potentiaalvrije contacten van het ontladings-/belastingssignaalrelais op het eindbord (laatste celbord). Gebruik connectorpen 1 en 2, die "toestaan om op te laden" en "gemeenschappelijk contact" zijn.
Victron BlueSolar en SmartSolar MPPT Laadregelaar
Gebruik de Victron VE.Direct niet-inverterende externe aan-uitkabel, onderdeelnummer ASS030550310. Met deze kabel kunt u de accu + aansluiten op pin 2 (gemeenschappelijk contact) van het Laadsignaalrelais van het SmartBMS. Sluit de gele Victron-afstandsbedieningskabel aan op de SmartBMS Charge-contactpen 1 (opladen toestaan). Zie ook het Victron-document.
Victron zonder GX of "afstandsbediening".
Als uw Victron-apparaat geen afstandsbedieningssignaal heeft en de VE.Direct niet-inverterende externe aan-uitkabel niet kan gebruiken, kunt u nog steeds een energiezuinig vermogensrelais aansluiten op het BMS, zodat het BMS het apparaat kan uitschakelen in het geval dat dit het geval is. nodig zijn. Zie de handleiding voor een algemeen schema.